Algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden

Algemene Voorwaarden Zakelijke Shortlease – Drive Shortlease

Definities

Voertuig: het voertuig dat (inclusief alle accessoires en toebehoren) onderwerp is van de huurovereenkomst.
Huurder: de natuurlijke persoon (handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf), rechtspersoon of personenvennootschap die als huurder de huurovereenkomst sluit.
Verhuurder: Drive Shortlease, de verhuurder die de huurovereenkomst aangaat met huurder.
Schade van de verhuurder: alle vermogensschade die verhuurder direct of indirect lijdt als gevolg van beschadiging (anders dan normale slijtage), vermissing of diefstal van het voertuig (inclusief toebehoren) of door met of door het voertuig toegebracht nadeel aan personen of zaken waarvoor verhuurder (of diens verzekeraar) aansprakelijk is. Hieronder vallen onder meer vervangingskosten, gederfde huurinkomsten en opsporingskosten bij vermissing.
Beschadiging: iedere verandering aan het voertuig of onderdelen daarvan die niet voortvloeit uit normale slijtage en die de waarde of bruikbaarheid van het voertuig vermindert. Dit omvat onder andere krassen, deuken, scheuren, kapotte verlichting, schade aan de banden of interieur, evenals schade veroorzaakt door een aanrijding of verkeerd gebruik.

Bestuurder: de persoon die het voertuig feitelijk bestuurt.
Bovenhoofdse schade: schade aan het voertuig of eigendommen van verhuurder veroorzaakt doordat het voertuig of daarop bevestigde onderdelen een hoogte boven 1,90 meter raken (bijv. een aanrijding met een viaduct of overheadobject).
Afmelden: het op andere locatie dan de verhuurder afleveren of achterlaten van het voertuig waarbij huurder aan verhuurder meldt waar en wanneer het voertuig kan worden opgehaald.
Schriftelijk: op schrift (per brief) of elektronisch (per e-mail of bericht via een daarvoor bestemd systeem).

Artikel 1 - Huurperiode, duur van de overeenkomst en opzegging

De shortlease huurovereenkomst wordt aangegaan voor de in de huurovereenkomst vermelde periode en tegen het overeengekomen tarief. Indien een vaste einddatum is overeengekomen, eindigt de huurovereenkomst van rechtswege op die datum, mits het voertuig op dat tijdstip is ingeleverd conform de afspraken.
Indien geen vaste einddatum is overeengekomen, geldt de overeenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd met een minimale looptijd zoals in de huurovereenkomst vermeld. Tijdens deze minimale looptijd kan de huurder de overeenkomst niet tussentijds opzeggen. Is geen minimale looptijd schriftelijk vastgelegd, dan geldt een minimale huurperiode van 30 dagen.
Na het verstrijken van de minimale looptijd kan de huurovereenkomst door zowel huurder als verhuurder opgezegd worden met inachtneming van een opzegtermijn van 30 dagen. Opzegging dient schriftelijk te geschieden. De huurovereenkomst eindigt op de datum waarop de opzegtermijn verstrijkt, mits het voertuig uiterlijk op die dag is ingeleverd.
Levert huurder het voertuig eerder in dan de einddatum of zonder inachtneming van de opzegtermijn, dan blijft de huurprijs verschuldigd tot en met de laatste dag van de geldende opzegtermijn. Indien huurder verzuimt op te zeggen en het voertuig niet meer in bezit houdt, wordt de datum van inlevering beschouwd als de datum van opzegging; vanaf dat moment gaat de opzegtermijn van 30 dagen in, waarover huurder de huurprijs verschuldigd blijft.

Artikel 2 - Overschrijding van de huurperiode (te laat inleveren)

Huurder is verplicht het voertuig uiterlijk op de dag en het tijdstip waarop de huurovereenkomst eindigt (bijvoorbeeld de laatste dag van de opzegtermijn of de overeengekomen einddatum) in te leveren op de afgesproken locatie.
Indien huurder het voertuig niet tijdig (dus na het verstrijken van de huurperiode) retourneert, vervalt een eventuele opzegging of beëindiging en wordt de huurovereenkomst van rechtswege voortgezet. In dat geval geldt er opnieuw een opzegtermijn van 30 dagen vanaf het moment dat huurder alsnog schriftelijk opzegt en het voertuig retourneert. Huurder blijft aansprakelijk voor alle kosten en schade die voortvloeien uit de overschrijding, en de huurprijs blijft verschuldigd over de periode dat huurder het voertuig langer onder zich houdt.
Verhuurder behoudt zich het recht voor om bij overschrijding van de huurperiode het voertuig onverwijld terug te nemen. Alle verplichtingen van huurder uit de huurovereenkomst blijven onverkort van kracht tot het moment dat het voertuig feitelijk door verhuurder is teruggekregen.

Artikel 3 - Aflevering van het voertuig door verhuurder

Verhuurder draagt zorg voor aflevering van het voertuig op de overeengekomen datum en locatie, in de afgesproken uitvoering en staat. Bij levering op locatie tekent huurder voor ontvangst van het voertuig en de staat ervan. Het voertuig is voorzien van de wettelijk verplichte uitrusting voor gebruik in Nederland. (Let op: voor gebruik in het buitenland dient huurder zelf te zorgen voor eventuele aanvullende verplichte uitrusting, zoals winterbanden, tol-vignetten, milieu- stickers, etc., tenzij anders overeengekomen.)
De huurperiode vangt aan op het moment dat het voertuig aan huurder ter beschikking is gesteld. Indien de huurperiode zeer kort na de openings- of afhaaltijd van verhuurder begint, kan verhuurder in overleg het voertuig enkele uren voorafgaand aan de ingang van de huurperiode afleveren; de huurprijs is echter pas verschuldigd vanaf de officiële startdatum en -tijd van de huurperiode zoals in de overeenkomst vermeld.
Verhuurder zal het voertuig enkel overhandigen aan de huurder (of een gemachtigde bestuurder) persoonlijk. De sleutel wordt niet onbeheerd achtergelaten (bijvoorbeeld niet in een brievenbus of onbeveiligde locatie).
Indien bij aflevering niemand aanwezig of beschikbaar is om voor ontvangst te tekenen, dient huurder binnen twee uur na aflevering eventuele opmerkingen over de staat van het voertuig alsnog schriftelijk aan verhuurder te melden. Bij gebreke van tijdige melding wordt huurder geacht het voertuig in goede staat te hebben ontvangen overeenkomstig het afgeleverde exemplaar.

Artikel 4 - Inlevering van het voertuig door huurder

Huurder dient het voertuig op de datum, tijd en plaats zoals vermeld in de huurovereenkomst (of zoals nader schriftelijk overeengekomen bij opzegging) in te leveren, dan wel conform afspraak af te melden voor ophaling.
Bij inlevering op een andere locatie dan die van verhuurder, dient huurder ervoor te zorgen dat het voertuig uiterlijk op het afgesproken tijdstip beschikbaar en toegankelijk is voor verhuurder. Indien huurder het voertuig afmeldt op een externe locatie, moet het voertuig minstens één uur na het moment van afmelding aanwezig en bereikbaar blijven voor verhuurder om te worden opgehaald. Voldoet huurder hier niet aan, dan kan verhuurder de huurperiode verlengen tot de eerstvolgende werkdag waarop het voertuig wel beschikbaar is, zulks op kosten van huurder.
Huurder blijft verantwoordelijk voor het tijdig en correct inleveren of afmelden van het voertuig. De huurperiode eindigt pas wanneer het voertuig daadwerkelijk is ingeleverd of correct is afgemeld en door verhuurder is geaccepteerd. Afmelding met terugwerkende kracht is niet mogelijk. Het is huurder wel toegestaan om het voertuig vooruit (voor een toekomstige datum) af te melden c.q. de beëindiging vooraf aan te kondigen, mits de opzegtermijn in acht wordt genomen.
Indien huurder of de bestuurder niet aanwezig is bij het feitelijke inname/inspectiemoment door verhuurder (bijvoorbeeld bij ophalen na afmelding), aanvaardt huurder de constateringen van verhuurder omtrent eventuele nieuwe schades of afwijkingen aan het voertuig.

Artikel 5 - Annulering van de huurovereenkomst vóór aanvang

Na ondertekening van de huurovereenkomst is annulering door huurder voor aanvang van de huurperiode in principe niet mogelijk, tenzij schriftelijk een annuleringsregeling is overeengekomen. In geval van een toegestane annulering kunnen door verhuurder annuleringskosten in rekening worden gebracht, bijvoorbeeld ter hoogte van (een deel van) de overeengekomen eerste huurtermijn of overige gemaakte kosten.

Artikel 6 - Betaling en betalingsvoorwaarden

Voorafgaand aan de levering van het voertuig dient huurder de eerste betaling te voldoen. Deze eerste betaling omvat in ieder geval de eerste huurtermijn (of de huurprijs voor de eerste periode) en een eventueel overeengekomen waarborgsom (borg). Betaling van deze eerste factuur geschiedt via overboeking per bank. Desgewenst kan verhuurder huurder een digitale betaallink (bijvoorbeeld via Tikkie Zakelijk) verstrekken voor deze eerste betaling.
Huurder verleent bij het aangaan van de overeenkomst een SEPA-incassomachtiging aan verhuurder voor de maandelijkse inning van de lease-termijnen en eventuele overige verschuldigde bedragen. De daaropvolgende huurtermijnen zullen maandelijks bij vooruitbetaling worden geïncasseerd via automatische incasso, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
Indien de leaseperiode niet ingaat op de eerste dag van een kalendermaand, wordt de huurprijs voor de resterende dagen van die maand pro rata vooraf in rekening gebracht. Voorbeeld: start de huurperiode vóór de 20e van de maand, dan betaalt huurder de resterende dagen van die maand vooruit. Start de huurperiode op of na de 21e van de maand, dan worden de resterende dagen van die maand plus de volledige volgende maand vooruit gefactureerd. Uitzondering hierop is wanneer de totale overeengekomen huurperiode slechts één maand bedraagt.
De borgsom strekt tot zekerheid voor betaling van eigen risico’s en eventuele bijkomende kosten of schade. Terugbetaling van de borg (of restant daarvan) vindt plaats binnen 4 weken na einde van de huurovereenkomst en inlevering van het voertuig, onder voorbehoud van verrekening van openstaande bedragen. In geval van schade aan het voertuig wordt de borgsom pas (gedeeltelijk) geretourneerd zodra is vastgesteld dat de schadevergoeding het bedrag van het eigen risico niet te boven gaat.
Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen, dienen de periodieke leasebetalingen vooraf te worden voldaan en dienen overige facturen (bijvoorbeeld voor brandstof, boetes, schade of andere kosten) binnen 14 dagen na factuurdatum betaald te zijn. Indien een automatische incasso van een verschuldigd bedrag wordt gestorneerd of niet mogelijk is, is huurder onmiddellijk in verzuim voor dat bedrag.
Bij niet tijdige betaling is huurder van rechtswege in verzuim zonder dat een nadere ingebrekestelling vereist is. Vanaf de vervaldatum is huurder de wettelijke handelsrente verschuldigd over het openstaande bedrag, vermeerderd met 2% per jaar, waarbij een gedeelte van een maand als een volle maand wordt gerekend.
In geval van verzuim is huurder gehouden alle redelijkerwijs gemaakte (buiten)gerechtelijke incassokosten aan verhuurder te vergoeden. Verhuurder is gerechtigd per betalingsherinnering of aanmaning een administratieve vergoeding in rekening te brengen (bijvoorbeeld €25,- per herinnering). Indien incassomaatregelen getroffen moeten worden, komen de kosten hiervan volledig voor rekening van huurder, conform de staffel voorgeschreven in de Wet incassokosten (met een minimum van €40,-).

Artikel 7 - (Bijkomende) kosten en vergoedingen

Extra services en contractkosten: Verhuurder kan eenmalige kosten in rekening brengen voor aanvullende diensten zoals administratie-/contractkosten, rijklaarmaakkosten, of haal- en brengservice. Deze kosten worden vooraf overeengekomen en vermeld in de huurovereenkomst of tarievenlijst.
Gebruikskosten: Alle kosten verbonden aan het gebruik van het voertuig gedurende de huurperiode zijn voor rekening van huurder. Hieronder vallen onder andere brandstof, tol- en wegenvignetten, milieustickers, parkeerkosten, en eventuele boetes of sancties voor verkeersovertredingen.
Schoonmaak- en onderhoudskosten: Huurder dient het voertuig in soortgelijke schone staat in te leveren als waarin hij het ontvangen heeft. Eventuele noodzakelijke extra schoonmaakkosten wegens bovenmatig bevuiling of rook/geur in het interieur worden aan huurder doorberekend, met een minimum van €25,- (exclusief btw). Normale onderhoudskosten en reparaties als gevolg van regulier gebruik komen voor rekening van verhuurder, tenzij anders in de overeenkomst bepaald.
Brandstof en vloeistoffen: Huurder draagt zorg voor tijdig tanken van de juiste brandstof en het op peil houden van olie, koelvloeistof en bandenspanning. Indien bij inlevering de tankinhoud lager is dan bij aanvang (tenzij anders overeengekomen, bijvoorbeeld bij een vol-vol regeling), kan verhuurder de ontbrekende brandstof evenals een redelijke servicevergoeding (aftankkosten) bij huurder in rekening brengen.

Artikel 8 - Verplichtingen van de huurder (gebruik van het voertuig)

Huurder en eventuele bestuurder(s) dienen zorgvuldig met het voertuig, de contactsleutel(s), alarm- en boorddocumenten en alle toebehoren om te gaan. Het voertuig mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd en op de juiste wijze volgens de instructies van de fabrikant en verhuurder.
Huurder zal het voertuig niet opzettelijk overbelasten en zal zorgdragen voor correcte zekering van eventuele lading. Gebruik van speciale apparatuur (bijv. koel/vriesinstallaties indien aanwezig) is voor risico van huurder. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade door uitval van dergelijke apparatuur, tenzij anders overeengekomen.
Alleen de in de huurovereenkomst genoemde bestuurder(s) – die in bezit zijn van een geldig en geschikt rijbewijs – mogen het voertuig besturen. Huurder dient ervoor te zorgen dat iedere bestuurder voldoet aan alle gestelde eisen en in goede fysieke en mentale toestand verkeert om te rijden. Eventuele extra bestuurders moeten vooraf schriftelijk aan verhuurder zijn gemeld en door verhuurder zijn geaccepteerd.
Het is huurder niet toegestaan om het voertuig aan derden te verhuren, uit te lenen of anderszins in gebruik te geven zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van verhuurder.
Huurder zal het voertuig niet gebruiken voor activiteiten die strijdig zijn met de wet of met de bestemming van het voertuig. Zo is het onder meer verboden het voertuig te gebruiken voor het geven van rijles, voor het deelnemen aan races, rally’s of andere snelheidsproeven, voor verhuur aan derden, voor het vervoer van personen tegen betaling (taxidiensten) of voor het vervoeren van zware of gevaarlijke ladingen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
Het is niet toegestaan met het voertuig personen mee te nemen tegen betaling (zoals taxivervoer), noch lifters te vervoeren, en evenmin om het voertuig te gebruiken voor het transport van dieren, tenzij verhuurder hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.
Huurder dient de geldende verkeersregels en –wetgeving strikt na te leven. Roekeloos rijgedrag, grove verkeersfouten of onzorgvuldig gebruik van het voertuig zijn niet toegestaan. Hieronder valt onder andere: zeer hard rijden onder onveilige omstandigheden, handheld mobiel bellen of berichten tijdens het rijden, het niet gebruiken van voorgeschreven veiligheidsgordels, of andere gedragingen die de verkeersveiligheid in gevaar kunnen brengen.
Huurder is verplicht het voertuig in goede staat te houden en bij langdurig gebruik tijdig aan te bieden voor regulier onderhoud indien door verhuurder of fabrikant voorgeschreven. Huurder dient gevolg te geven aan een oproep van verhuurder om het voertuig voor onderhoud of keuring aan te bieden. Verhuurder zal dergelijke oproepen tijdig doen, zodat huurder hier redelijkerwijs aan kan voldoen.
Indien tijdens de huurperiode een waarschuwingslampje gaat branden of er een defect optreedt, zal huurder onverwijld de nodige maatregelen treffen, zoals het controleren van olie/water of het laten nakijken van het voertuig, en waar nodig het gebruik staken om verdere schade te voorkomen.
Huurder dient het voertuig te allen tijde adequaat af te sluiten en te beveiligen tegen diefstal (bijv. door het activeren van alle aanwezige beveiligingssystemen en het niet achterlaten van de sleutel in het voertuig). Bij het parkeren van het voertuig dient huurder, indien mogelijk, gebruik te maken van veilige parkeerplaatsen.
Gebruik in het buitenland: Het is huurder toegestaan met het voertuig buiten Nederland te rijden, mits dit binnen de dekking van de verzekeringspolis valt (zoals vermeld op de groene kaart bij het voertuig). Huurder dient zich te houden aan eventueel in het buitenland geldende eisen (bijvoorbeeld milieustickers of veiligheidsuitrusting) en blijft verantwoordelijk voor het voertuig. Indien bepaalde landen of regio’s van dekking uitgesloten zijn op de verzekeringspolis, mag het voertuig daar niet worden gebracht zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder.
In geval van enige gebeurtenis die schade aan het voertuig veroorzaakt of kan veroorzaken (zoals een aanrijding, diefstal, inbraak, vandalisme, etc.), is huurder verplicht:
Onmiddellijk telefonisch contact op te nemen met verhuurder om de situatie te melden en instructies op te volgen.
Bij diefstal, inbraak of enig strafbaar feit tevens direct aangifte te doen bij de politie ter plaatse.
Alle naar aanleiding van de gebeurtenis verkregen informatie en documenten (bijv. ingevuld Europees Schadeformulier, getuigenverklaringen, politierapport) zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen 48 uur, aan verhuurder te overhandigen.
Het Europees Schadeformulier volledig en naar waarheid in te vullen en binnen 48 uur na de gebeurtenis ondertekend aan verhuurder te doen toekomen, inclusief een kopie van het rijbewijs van de bestuurder ten tijde van het incident.
Zich te onthouden van elke verklaring van schuld of aansprakelijkheid aan derden.
Het voertuig niet onbeheerd achter te laten, tenzij dit noodzakelijk is en het voertuig deugdelijk is achtergelaten en beveiligd tegen verdere schade of diefstal.
Volledige medewerking te verlenen aan verhuurder en diens verzekeraars bij de afwikkeling van de schade, waaronder het verstrekken van nadere informatie of het toelaten van onderzoek.
Huurder dient verhuurder onmiddellijk te informeren over:
Het niet naar behoren functioneren van de kilometerteller of eventueel aanwezige tachograaf/snelheidsbegrenzer.
Enig defect aan het voertuig dat de verkeersveiligheid of verdere gebruik van het voertuig negatief kan beïnvloeden.
Beslaglegging op het voertuig, of enige andere maatregel van derden die de eigendom of het gebruik van het voertuig raakt.
Huurder dient de hierboven genoemde verplichtingen en beperkingen ook op te leggen aan iedere bestuurder, passagier of gebruiker van het voertuig, en toe te zien op de naleving daarvan. Huurder is verantwoordelijk en aansprakelijk voor gedragingen van alle personen die het voertuig gebruiken of daarin meerijden, alsof het zijn eigen gedragingen betreft.

Artikel 9 - Aansprakelijkheid van de huurder, eigen risico’s en verzekering

Tenzij bij aanvang van de huur anders is genoteerd in een gezamenlijk opgemaakt schade-rapport, wordt huurder geacht het voertuig in onbeschadigde en goede staat te hebben ontvangen.
Huurder is gedurende de huurperiode aansprakelijk voor alle schade van de verhuurder die ontstaat door of verband houdt met het gebruik of de staat van het voertuig, ongeacht door wie of waardoor de schade is veroorzaakt, behoudens voor zover in deze voorwaarden anders is bepaald.
Indien in de huurovereenkomst een eigen risico per schadegeval is opgenomen, is de aansprakelijkheid van huurder voor schade aan het voertuig beperkt tot ten hoogste het bedrag van dit eigen risico per voorval. Dit eigen risico geldt voor iedere afzonderlijke schadegebeurtenis.
De beperking van aansprakelijkheid door het eigen risico geldt niet indien sprake is van opzet, grove schuld of een van de volgende omstandigheden:
De schade is veroorzaakt of verergerd door een handelen of nalaten in strijd met de verplichtingen in artikel 8 (bijvoorbeeld verboden gebruik of roekeloos rijgedrag).
De schade is ontstaan doordat het voertuig is gebruikt op een terrein of ondergrond waarvoor het voertuig niet geschikt is (bijvoorbeeld off-road rijden waar het voertuig daar niet voor bedoeld is).
Het voertuig is door huurder zonder toestemming van verhuurder aan een derde in gebruik gegeven of wederverhuurd.
Huurder heeft nagelaten een defect of waarschuwingsmelding tijdig te melden of de instructies van verhuurder op te volgen, waardoor de schade is verergerd.
In geval van diefstal of verduistering: als huurder heeft verzuimd alle originele sleutels, alarmmiddelen en kentekenpapieren tijdig aan verhuurder te overhandigen, of indien huurder anderszins onvoldoende zorg heeft gedragen voor het beveiligen van het voertuig tegen diefstal.
Indien de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke, explosieve, brandbare, oxidatiegevoelige of giftige stoffen met het voertuig, in strijd met de daarvoor geldende voorschriften.
Het voertuig is door verhuurder adequaat verzekerd (WA-verzekering conform wettelijke eisen en cascodekking). Indien de verzekeraar van verhuurder op grond van de polisvoorwaarden de schade niet dekt of op verhuurder verhaalt wegens een handelen of nalaten van huurder (of bestuurder), blijft huurder volledig aansprakelijk voor alle schade en kosten die daaruit voortvloeien.
Voor ieder schadegeval waarvoor huurder aansprakelijk is, geldt het overeengekomen eigen risico bedrag. Standaard bedraagt het eigen risico per schadegeval €500,- (excl. btw), tenzij in de huurovereenkomst een ander bedrag is vermeld. Voor bepaalde schades gelden hogere eigen risico’s:
Bovenhoofdse schade (schade boven 1,90 m hoogte): eigen risico tot maximaal €1.500,- per gebeurtenis.
Schade ontstaan bij achteruitrijden of inparkeren: eigen risico tot maximaal €1.000,- per gebeurtenis.
Deze bedragen zijn van toepassing ongeacht het standaard eigen risicobedrag en kunnen in rekening worden gebracht als de desbetreffende situatie zich voordoet.
Indien en voor zover de verzekeraar van verhuurder of een derde aan verhuurder een schade-uitkering verstrekt voor door huurder veroorzaakte schade, laat dit de aansprakelijkheid van huurder onverlet. Verhuurder behoudt het recht om (voor zover toegestaan) regres te nemen op huurder voor niet gedekte schades of kosten (zoals eigen risico’s of uitsluitingen op de polis).
Verhuurder kan huurder aanvullende kosten in rekening brengen voor schade-afhandeling, zoals expertise- en administratiekosten. Deze bedragen zullen redelijk en in verhouding tot de gemaakte kosten zijn.

Artikel 10 - Reparatie, onderhoud en defecten

Noodzakelijke reparaties aan het voertuig mogen uitsluitend worden uitgevoerd door of via verhuurder, tenzij anders overeengekomen of door verhuurder aangewezen. Huurder dient voor het laten uitvoeren van reparaties altijd vooraf toestemming van verhuurder te verkrijgen, behalve in noodgevallen waarbij redelijkerwijs geen contact met verhuurder mogelijk is.
Bij pech of mechanische defecten zal huurder zo spoedig mogelijk contact opnemen met verhuurder voor instructies. Verhuurder zorgt voor pechhulp of vervangend vervoer volgens de bij de shortlease inbegrepen services, voor zover van toepassing en tenzij de pech te wijten is aan handelen in strijd met de huurovereenkomst.
Indien reparatie niet onmiddellijk kan plaatsvinden, is huurder verplicht op verzoek van verhuurder het voertuig naar een door verhuurder aangewezen reparatielocatie te (laten) brengen, of het voertuig beschikbaar te stellen voor ophaling door verhuurder.
Huurder blijft tijdens de periode dat het voertuig voor reparatie of onderhoud buiten gebruik is gehouden verplicht tot betaling van de huurprijs, tenzij schriftelijk anders overeengekomen of tenzij de oorzaak van de reparatie een gebrek betreft waarvoor verhuurder aansprakelijk is (zie artikel 11).
Vervanging van onderdelen of toevoeging van toebehoren aan het voertuig mag enkel met voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder. Alle aangebrachte verbeteringen of toevoegingen aan het voertuig gaan eigendomstechnisch over op verhuurder, zonder dat huurder aanspraak kan maken op vergoeding.

Artikel 11 - Gebreken aan het voertuig en aansprakelijkheid van de verhuurder

Bij aanvang van de huur dient het voertuig in goede staat van onderhoud te verkeren, behoudens bekende en genoteerde gebreken of schade. Eventuele technische gebreken die het gebruik van het voertuig verhinderen of beperken en die niet te wijten zijn aan onzorgvuldig gebruik door huurder, zullen door verhuurder zo spoedig mogelijk worden verholpen.
Indien sprake is van een gebrek aan het voertuig dat het gebruik significant belemmert en dat reeds bij aanvang van de huurovereenkomst aanwezig was (zonder dat verhuurder dit kenbaar heeft gemaakt), heeft huurder recht op evenredige vermindering van de huurprijs gedurende de periode dat hij het voertuig niet normaal heeft kunnen gebruiken. Huurder dient het gebrek wel zo spoedig mogelijk te melden, zodat verhuurder de gelegenheid heeft het te herstellen.
Verhuurder is aansprakelijk voor directe schade aan personen of goederen ontstaan door een gebrek in het voertuig dat al aanwezig was bij de aanvang van de huur en dat verhuurder kende of redelijkerwijs had behoren te kennen, voor zover dit gebrek niet tijdig is hersteld of huurder daarvan niet op de hoogte is gesteld.
Behoudens het voorgaande is verhuurder niet aansprakelijk voor enige indirecte of gevolgschade, bedrijfsschade of winstderving bij huurder als gevolg van defecten of gebreken aan het voertuig, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van verhuurder.
Indien het voertuig dermate ernstige gebreken vertoont dat verder gebruik gevaarlijk of onmogelijk is, zal verhuurder – indien beschikbaar en passend – vervangend vervoer aanbieden of de huurovereenkomst beëindigen zonder kosten vanaf het moment dat het gebrek is gemeld en bevestigd. Dit laat eventuele rechten van huurder op schadevergoeding onverlet, voor zover van toepassing volgens de wet en deze voorwaarden.

Artikel 12 - Van overheidswege opgelegde sancties en maatregelen

Alle boetes, transacties, belastingen, heffingen en andere sancties die tijdens de huurperiode aan het voertuig of ten aanzien van het gebruik ervan worden opgelegd (bijvoorbeeld verkeersboetes, parkeerboetes, tolheffingen niet betaald, etc.), zijn voor rekening van huurder. Verhuurder kan deze bedragen voorschieten en doorbelasten aan huurder, vermeerderd met een administratiekostenvergoeding per geval (minimaal €10,- exclusief btw per gebeurtenis).
Indien het voertuig door de overheid wordt geïmmobiliseerd of in beslag genomen als gevolg van handelen of nalaten van huurder (bijvoorbeeld bij ernstige verkeersovertredingen of het ontbreken van benodigde papieren door toedoen van huurder), blijft huurder verplicht de huurprijs door te betalen gedurende de periode dat verhuurder het voertuig niet tot zijn beschikking heeft, onverminderd het recht van verhuurder op vergoeding van verdere schade, kosten en boetes. Tevens is huurder aansprakelijk voor alle kosten die gepaard gaan met het opheffen van de maatregel en het terugkrijgen van het voertuig.
Verhuurder zal, indien hij door autoriteiten wordt aangeschreven in verband met een gedraging of overtreding tijdens de huurperiode (bijvoorbeeld een verkeersovertreding waarbij gegevens van verhuurder als kentekenhouder worden opgevraagd), de benodigde informatie aan die autoriteiten verstrekken. De hieruit voortvloeiende kosten of vergoedingen (zoals administratiekosten) komen voor rekening van huurder, conform lid 1 van dit artikel.

Artikel 13 - Beslag op het voertuig

In geval van conservatoir of executoriaal beslag, dan wel enige overheidsmaatregel waardoor huurder niet vrijelijk over het voertuig kan beschikken, is huurder verplicht verhuurder daarvan onverwijld in kennis te stellen. Huurder blijft gedurende een dergelijk beslag of maatregel gehouden tot nakoming van alle verplichtingen uit de huurovereenkomst, waaronder betaling van de huurprijs. Huurder dient eventuele schade en kosten voor verhuurder ten gevolge van een beslag of maatregel volledig te vergoeden, tenzij deze op geen enkele wijze aan huurder toe te rekenen zijn.

Artikel 14 - Ontbinding van de huurovereenkomst door verhuurder

Verhuurder is gerechtigd de huurovereenkomst met onmiddellijke ingang, zonder rechterlijke tussenkomst, te ontbinden en het voertuig terug te nemen indien huurder (of de bestuurder) toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst. Hieronder wordt mede verstaan:
Het niet tijdig betalen van verschuldigde bedragen ondanks ingebrekestelling.
Het negeren van belangrijke verplichtingen uit deze voorwaarden (zoals verboden gebruik of het niet terugbrengen van het voertuig na opzegging).
Indien huurder in staat van faillissement wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt, onder curatele wordt gesteld, onder bewind wordt geplaatst of anderszins insolvabel blijkt.
Bij overlijden van de huurder (indien natuurlijk persoon), of bij liquidatie/beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van huurder (indien rechtspersoon).
Indien op huurder de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) van toepassing wordt verklaard (voor zover relevant).
Indien op het voertuig beslag wordt gelegd en dit niet binnen redelijke termijn wordt opgeheven.
Indien zich omstandigheden voordoen die maken dat verhuurder redelijkerwijs niet langer de overeenkomst wil voortzetten (bijvoorbeeld ernstig misbruik van het voertuig of sterk verhoogd risico op schade).
In geval van ontbinding zoals in lid 1 omschreven, is huurder verplicht zijn volledige medewerking te verlenen aan het direct terugnemen van het voertuig door verhuurder. Verhuurder is niet aansprakelijk voor enige schade aan de zijde van huurder als gevolg van deze ontbinding, en huurder blijft aansprakelijk voor alle kosten en schades voor verhuurder ontstaan tot het moment van feitelijke terugname van het voertuig.
Ontbinding laat het recht van verhuurder op vergoeding van kosten, schade en rente onverlet. Huurder zal alle redelijke kosten dragen die gemoeid zijn met het terughalen van het voertuig, waaronder bijvoorbeeld de kosten van opsporing, transport en eventuele juridische bijstand.

Artikel 15 - Aansprakelijkheid voor gedragingen van bestuurders en derden

De huurder is jegens verhuurder aansprakelijk voor de gedragingen en nalatigheden van de bestuurder(s), passagiers en overige personen die hij in de gelegenheid stelt het voertuig te gebruiken, alsof het zijn eigen handelingen betreft. Schade of kosten ontstaan door het doen of laten van genoemde personen worden behandeld alsof deze door de huurder zelf zijn veroorzaakt.

Artikel 16 - Klachten en bemiddelingsregeling (BOVAG)

Drive Shortlease is lid van BOVAG Verhuur- en Deelautobedrijven. In geval van een geschil over de interpretatie of uitvoering van deze algemene voorwaarden, kan huurder binnen drie maanden na het ontstaan van het geschil dit voorleggen aan BOVAG Bemiddeling, Postbus 1100, 3980 DC Bunnik.
BOVAG Bemiddeling tracht het geschil tussen huurder en verhuurder via bemiddeling op te lossen. Aan deze bemiddelingsprocedure zijn voor huurder geen kosten verbonden. Deelname aan de bemiddelingsregeling laat onverlet het recht van huurder om eventuele geschillen voor te leggen aan de bevoegde rechter.
Indien de bemiddeling niet tot een oplossing leidt, ontvangt huurder zo spoedig mogelijk bericht dat de bemiddeling is beëindigd. Huurder kan dan besluiten het geschil alsnog aan de rechter voor te leggen. Op de huurovereenkomst en deze algemene voorwaarden is in dat geval onverkort het hierna genoemde recht en forum van toepassing.

Artikel 17 - Privacy en gegevensverwerking

De persoonsgegevens van huurder en eventuele bestuurders die in de huurovereenkomst worden vermeld, worden door verhuurder verwerkt in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze verwerking is bedoeld voor het uitvoeren van de huurovereenkomst, het verlenen van optimale service (bijv. onderhoudsoproepen, pechhulp) en het verstrekken van relevante informatie aan huurder. Verhuurder kan de verstrekte contactgegevens tevens gebruiken om huurder op de hoogte te houden van nieuwe diensten of aanbiedingen, tenzij huurder te kennen heeft gegeven dit niet op prijs te stellen.
Indien tanken zonder betaling plaatsvindt of de huurder zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, kunnen persoonsgegevens van huurder en bestuurder(s) worden opgenomen in het zogenoemde Autoverhuur Waarschuwingssysteem (een door BOVAG beheerde databank, ook bekend als ELENA). Dit systeem heeft tot doel verhuurbedrijven te waarschuwen voor huurders die eerder ernstige misstanden hebben veroorzaakt (zoals verduistering van een voertuig of wanbetaling). Huurder kan bij BOVAG informatie opvragen over zijn eventuele registratie in dit systeem en correctie of verwijdering van onjuiste gegevens verzoeken.
Verhuurder kan het voertuig uitrusten met track & trace of vergelijkbare voertuigvolgapparatuur voor doeleinden als diefstalbeveiliging, onderhoudsplanning of kilometerregistratie. Huurder en bestuurder stemmen in met dergelijk gebruik voor deze legitieme doeleinden. Eventuele tracking zal geschieden conform de toepasselijke privacywetgeving en niet verder gaan dan noodzakelijk.
Huurder en bestuurder hebben het recht om inzage te vragen in de over hen opgenomen persoonsgegevens en deze te laten corrigeren of verwijderen voor zover wettelijk mogelijk. Bezwaar tegen gebruik van persoonsgegevens voor direct marketing doeleinden zal te allen tijde worden gehonoreerd.

Artikel 18 - Toepasselijk recht en bevoegde rechter

Op deze huurovereenkomst en de onderhavige algemene voorwaarden is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Eventuele geschillen die niet in der minne of via bemiddeling worden opgelost, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in het arrondissement waar verhuurder statutair gevestigd is, tenzij dwingend recht een andere bevoegde rechter voorschrijft.